De stilte in de kamer was tastbaar.
Geen stemmen. Geen beweging. Alleen het zachte suizen van zijn bloed in zijn oren.
Hij voelde zich eerst gekleineerd — en toen… rustig.
Na een paar minuten begon zijn ademhaling te zakken. Zijn schouders verslapten. De scherpe rand van verzet doofde langzaam uit. Zijn hoofd werd stil.
Niet omdat hij had gewonnen. Maar omdat hij niets hoefde.
“Kom nu maar terug. Kniel naast mijn stoel.”
De stem klonk dichterbij. Hij draaide zich niet om. Hij liep.
Zijn voeten voelden zwaar, zijn armen slap.
Hij knielde. Aan de linkerkant van de fauteuil. Handen op zijn dijen.
Een vreemde rust in zijn hoofd.
Tot de Meester zijn hand op zijn hoofd legde.
Reflex. Zijn hoofd schoot weg. Niet hard — maar beslist. Zijn nek draaide, zijn schouder trok op. Hij keek weg.
De Meester haalde zijn hand weg. Geen straf. Geen druk. Alleen een kalme herpositionering: zijn hand ging naar zijn schouder, gleed omlaag naar zijn rug, rustte even. En begon toen te bewegen.
Zacht. Verkennend. Niet erotisch — maar sturend.
De hand gleed over zijn wervelkolom, langs de zijkant van zijn borstkas, naar zijn flank. Elke beweging traag, bedachtzaam.
Zijn lichaam bleef stil. Maar zijn gezicht week af. Zijn blik draaide van de Meester af, zijn kaken gespannen. Een stilte vol spanning.
De Meester voelde het. De weerstand zat niet in spieren — maar in denken.
“Voeten plat met de wreef op de vloer. Handpalmen open. Ellebogen licht naar binnen.”
Zijn lichaam gehoorzaamde.
Niet omdat hij het wilde.
Maar omdat zijn lijf geconditioneerd was om te luisteren.
Zijn adem werd rustiger. Zijn schouders lager. Zijn hoofd boog iets verder.
De Meester herhaalde de aanraking. Langzamer. Dieper.
Over zijn bovenarmen. Zijn schouderbladen. Zijn ruggengraat.
Soms één hand. Soms twee.
Geen druk. Geen dreiging.
Alleen aanwezigheid.
“Jij voelt nu waar je hoort,” zei de Meester zacht.
“Dit lichaam is niet van jou. Het staat in dienst.”
De woorden vielen in hem als een warme steen in water.
Zijn nek zakte iets. Zijn gezicht ontspande.
“Handen op je rug.”
Hij gehoorzaamde. Zijn vingers kruisten elkaar. Zijn ellebogen bleven in positie.
Er gebeurde niets. Geen bevestiging. Geen opdracht.
Tot de Meester zich voorover boog. En met één vinger —
zacht, beheerst — langs zijn kaaklijn gleed.
Van oor tot kin.
En terug.
De slaaf bewoog niet meer.
“Je bent klaar voor training,” zei de Meester.
“Je eerste stap is gezet.”
Geef als eerste een reactie.
Datum | Volgnr | Hoofdstuktitel | ![]() | ![]() |
---|---|---|---|---|
05-07-2025 | 1 | De eerste ontmoeting | ![]() | ![]() |
05-07-2025 | 2 | De eerste ontmoeting deel 2 | ![]() | ![]() |