De dagen hebben een gejaagdheid die ze niet prettig vindt. Ze stort zich op haar werk, brengt uren door in de kille kelder van Jacob en Albert en kijkt naar dode gezichten waar Jacob wat van de oude kleur in terug brengt. Thuis ontwikkelt ze met een zwaar hoofd de foto’s die ze maakt. Iedere gedachte aan het huis van haar vader duwt ze weg.
Ze moet er terug. Ze weet dat ze terug moet. Ze stelt het uit.
‘Morgen,’ denkt ze. En dan denkt ze weer, ‘Morgen.’
Albert heeft de sloten van alle buitendeuren vervangen. Jacob heeft het meteen geregeld. Evert en Suze hebben geen toegang meer tot het huis. Donna hoeft niet bang te zijn dat ze weer stilletjes naar binnen zullen sluipen.
Morgen gaat ze echt. Ze moet opruimen en uitzoeken wat er weg is. Het moet leeg zodat ze het huis van haar vader en de enige tastbare herinnering aan baboe kan verkopen.
De afwezigheid van Seth doet haar pijn. Een paar dagen, heeft hij gezegd. Inmiddels is het een week geleden sinds hij haar tot de zijne maakte. Hij reageert niet op de berichten die ze hem, tegen beter weten in, stuurt. Elke dag stelt ze het uit naar haar appartement te gaan. De stilte waar ze vroeger zo van kon genieten is nu koud en leeg. De angst om haar brievenbus te openen is terug. Er verschijnen geen witte enveloppen meer.
‘Ga naar huis Donna, het is zaterdagavond. Je werkt te hard.’
Jacob kijkt haar met een glimlach aan. Hij weet dat ze zich verstopt voor de werkelijkheid en ze ziet er breekbaar uit. Het huis van haar vader heeft iets met haar gedaan. De ontmoeting met Suze en Evert ook. Hij is nieuwsgierig. Hij laat het haar niet merken.
‘Ik vind het prettig om bezig te zijn.’
‘Het is weekend. Geniet ervan, rust uit of ga dansen. Dat doe je toch zo graag?’
Donna wil niet dansen. Dansen betekent dat ze zich blootstelt aan de ogen en verlangens van anderen. Ze wil die ogen niet zien en die verlangens niet voelen. Ze wil Seth.
‘Ik maak even dit af, dan ga ik.’
‘Heb je al aangifte gedaan?’
Ze schudt haar hoofd. Nog niet. Ze weet wie in haar huis waren. Evert en Suze. Om haar weer terug te krijgen, zoals vroeger. Liefde die geen liefde was.
Als ze haar straat in rijdt en de donkergroene auto van Seth ziet staan, slaat haar hart een slag over. Ze haast zich naar boven. Haar voordeur staat op een kier.
‘Seth!’
Donna valt over hem heen en alle spanning van de afgelopen dagen verdwijnt. Hij hoeft niets te vragen. Ze vertelt, zonder pauzes. Over het huis van haar vader, de rommel die ze er aan heeft getroffen. Over Evert en Suze en haar vermoeden. Ze vertelt alles. Ook over de rol die de twee mensen in haar leven hadden en hoe die rol plotseling een hele andere betekenis kreeg.
Seth luistert en zijn blik wordt donker. Hij houdt haar vast, zijn vingers drukken pijnlijk in het vlees van haar schouders.
‘Je bent van mij. Mijn putta.’
Hij duwt haar van zich af en trekt haar van de bank af, de flat uit. ‘Kom.’
Donna wil hem tegen houden, maar hij omklemt haar stevig en sleurt haar bijna achter zich aan.
‘Wat gaan we doen? Je bent net thuis. Ik wil niet …’
‘Ik wil het huis zien. Die twee, Suze en Evert? Ze moeten weten dat je van mij bent.’
Ze schudt haar hoofd en verzet zich als hij haar de lift in duwt. De man die er al in staat te wachten, schuift met grote ogen tegen de achterwand. Seth blijft haar hand stevig vasthouden en kijkt star voor zich uit. Buiten duwt hij haar naar haar auto. ‘Jij rijdt.’
‘Ik wil daar niet heen Seth, niet vanavond. We kunnen later gaan. Je bent er net. Ik wil met jou zijn vanavond.’
‘Je bent met mij. Ik wil het huis zien, Ik wil die twee zien. Ik wil weten wie en wat jou heeft gevormd.’
‘Zij hebben mij niet …’
‘Alles wat jij bent Donna en ik wil het weten.’
Hij gaat naast haar zitten, pakt zijn telefoon en negeert haar. Donna start met een zucht de auto. Ze kan hem het huis laten zien. Ze wil ook dat hij het huis ziet. Ze wil dat hij weet waar ze is opgegroeid. Evert en Suze zal hij niet ontmoeten. De sloten zijn vervangen.
Seth loopt door de kamers van het huis. Donna volgt hem met een vreemd gevoel in haar buik. Zijn bewegingen zijn zelfverzekerd. Ze blijft staan als hij de deur naar de werkkamer van haar vader opent en op de rechte stoel aan het bureau gaat zitten. Hij kijkt in de lades en haalt er een pen uit. ‘Alles ligt er nog. Briefpapier, correspondentie, een agenda.’ Hij leest hardop. ‘Tweeduizendvier.’
Donna hoort hem niet. Haar blik vertroebelt. Ze ziet haar vader aan het bureau zitten, gebogen over een stapel papieren en schrijvend. De deur piept als ze hem verder open doet.
‘Donna!’
Ze verstijft. Ze mag hier helemaal niet komen.
‘Dit is vast zijn laatste agenda, is hij in dat jaar overleden? Donna?’
Het beeld van haar vader verdwijnt. Verward kijkt ze Seth aan. ‘Ik mocht hier nooit komen, het was haast heiligschennis als ik dat wel deed.’
‘Wat gebeurde er als je het wel deed?’
‘Dan werd hij kwaad.’
‘Alleen maar kwaad?’
‘Erg kwaad.’
Ze wil hem niet vertellen hoe kwaad. Hij hoeft niets te weten over het rotan rietje, de dunne lat en de plekken op haar benen. Hij hoeft ook niet te weten dat mevrouw Tan de lat haast nog beter wist te gebruiken dan haar vader.
‘Waarom ben je hier niet gaan wonen? Het is een mooi huis. Groot ook.’
‘Het is van mijn vader.’
‘Je vader is dood. Het is van jou.’
‘Ik wil hier niet wonen.’
‘Ik vind dat je hier moet gaan wonen. We kunnen hier samen wonen.’
Onthutst kijkt Donna hem aan. ‘Je bent gek.’
‘Jij bent van mij, dus technisch gezien is het huis ook van mij. Ik vind dat we het moeten doen.’ Met een brede grijns kijkt hij haar aan.
In de woonkamer trekt hij de lakens van de meubels. Stof waait op en prikkelt in haar neus. Seth laat zich op de bank vallen. ‘Ik zal me hier thuis voelen, maar je moet het zelf weten. Als ik de keus had …’
‘Die heb je niet. Wat doe je? Laten we gaan. Ik kan je later de rest laten zien. Nu niet. Ik wil naar huis.’
‘Je bent thuis en we wachten. Ik heb Evert en Suze nog niet gezien.’
‘Die komen niet. Ze kunnen er niet meer in en ik wil ze niet zien.’
‘Ze komen wel. Ze zien het licht branden en willen vast weten of je toch terug bent gekomen.’
‘Ik wilde niet terug komen.’
‘En toch ben je hier.’
Hij speelt met haar. Ze kan de blik in zijn ogen niet peilen. Ergens lijkt hij bezorgd, tegelijk is het net of het hem niets kan schelen.
‘Waarom wil je ze zien?’
‘Ze moeten weten dat je nu van mij bent.’
‘Ik ben van niemand!’
Seth staat op en loopt naar haar toe. ‘Jawel, die ring door je kut zegt het. Je bent van mij. Iedereen moet dat weten.’
Hij valt stil als het geluid van de voordeurbel schel door de kamer klinkt. Met een scheef lachje kijkt hij Donna aan.
‘Zie je. Ik wist dat ze zouden komen. Ik doe wel open.’
Donna blijft als bevroren staan. Seth komt terug, gevolgd door Evert en Suze.
Seth’s starre houding is verdwenen als hij zich voorstelt. Hij nodigt de twee te gaan zitten en te vertellen. Suze vertelt, Evert kijkt naar Donna en Seth trekt Donna naast zich op de bank. Suze lacht kirrend en klapt even in haar handen. ‘Jullie passen enig bij elkaar. Wat leuk en wat fijn dat het zo goed met je gaat. Je bent veranderd. Je was zo jong, zo stil en zo bang.’
Haar stem gaat verder. Donna hoort niet wat ze zegt. Ze is weer jong en stil en bang. Iemand zegt dat er wijn in de keuken is en Seth staat op om de fles te halen. Suze gaat naast haar zitten zodra hij is verdwenen en slaat haar arm om haar schouders.
‘Ben je het vergeten Donna? Alles? Wij hebben jou opgevoed, alles wat je moest weten. Je was niet zo ver gekomen als wij er niet waren geweest en nu ben je ons vergeten?’
Ze is het niet vergeten. Wat Suze en Evert haar leerden was waardevol en het heeft haar geholpen, maar het was ook fout. Duivels, zoals haar vader gezegd zou hebben als hij het had geweten. Niemand kende de grenzen van goed en kwaad beter dan haar vader.
Donna ziet hem voor zich. Een man die weet wat het leven te bieden heeft en neemt wat van hem is. Een man die regeert met strakke hand. Als hij het had geweten …
Ze maakt zich los uit Suze's armen en staat op. ‘Ik was een kind. Wat jullie deden was fout.’
Suze trekt Donna weer naast zich op de bank. ‘Kindje, je weet niet wat je zegt. Dit huis, jouw vader, dat was fout en je was bang gebleven, tot de dag van vandaag. Je had ons nodig, wij jou ook. We hebben je nu ook nodig. Er is niets veranderd, wees blij.’
Haar handen gaan strelend langs Donna’s gezicht. Ze fluistert. ‘Het geeft niet kindje. De jaren kunnen niet uitvlakken wat is gebeurd, we kunnen verder gaan. Je bent een mooie vrouw en gemaakt voor wat wij je hebben geleerd.’ Haar warme hand glijdt langs Donna’s hals naar beneden en de vingers maken aanstalten om de knoopjes van haar blouse los te maken. ‘Geven en nemen weet je nog? Jij geeft en je neemt. Ook van jouw vriend en de man die laatst bij je was, zij zouden hier niet zijn als wij je niet onder onze vleugels hadden genomen. Je bent wie je bent. Door ons.’
‘Nee!’
Donna slaat Suze’s handen van zich af. ‘Het was fout! Strafbaar! Ik was een kind. Jullie hebben daar misbruik van gemaakt, maar ik ben geen kind meer!’
‘Je hebt ons nodig Donna.’
‘Dat was toen. Het enige dat jullie mij geleerd hebben, is dat ik niemand nodig heb! Eruit! Weg!’
Haar hoofd is warm en haar lijf gloeit. Ze ziet Evert en Suze door een dikke waas. Ze ziet Seth met wijn en glazen bij de keukendeur staat. Er speelt een vreemd lachje rond zijn mond. Suze probeert haar te sussen en te kalmeren. De waas wordt dikker. Donna schreeuwt. ‘Weg! En kom hier nooit meer! Heb het lef niet! Dit is mijn huis. Dit is altijd mijn huis geweest!’
Ze loopt achter de twee aan en duwt ze richting de deur. Als ze langs de grote trap komt, is het even of haar vader naar beneden komt. ‘Donna, wat doen die mensen hier?’
‘Niets bapa, ze wilden juist weer gaan.’
Ze doet de deur open en kijkt Suze aan. De vrouw heeft tranen in haar ogen. ‘Je bent als een dochter voor me Donna.’
‘Ik heb al een moeder en mijn moeder is dood.’
Ze duwt de deur dicht en leunt er tegenaan. Weer hoort ze de stem van haar vader. ‘De volgende keer laat je me roepen Donna. Ik heb het niet op vreemden.’
Suze en Evert zijn geen vreemden, wel ongewenst. Ze had ze toen nodig. Er was niemand. Ze dacht dat ze hun liefde nodig had. Ze heeft het niet meer nodig. Ze heeft niemand nodig.
Ze draait zich om en kijkt naar Seth. Hij knikt en opent zijn armen. ‘Kom hier putta, laten we ons huis inwijden.’
Ze schuilt en ze huilt. Ze heeft niemand nodig.
Alleen Seth.
Geef als eerste een reactie.
Datum | Volgnr | Hoofdstuktitel | ![]() | ![]() |
---|---|---|---|---|
14-08-2023 | 1 | Onderweg | ![]() | ![]() |
14-08-2023 | 2 | Alleen je vingers | ![]() | ![]() |
15-08-2023 | 3 | Sushi | ![]() | ![]() |
15-08-2023 | 4 | kan niet slapen | ![]() | ![]() |
19-08-2023 | 5 | Oog voor | ![]() | ![]() |
19-08-2023 | 6 | Dansen | ![]() | ![]() |
23-08-2023 | 7 | Ogen | ![]() | ![]() |
23-08-2023 | 8 | Zoetigheid | ![]() | ![]() |
24-08-2023 | 9 | Maanlicht | ![]() | ![]() |
24-08-2023 | 10 | Targets | ![]() | ![]() |
25-08-2023 | 11 | De enige | ![]() | ![]() |
25-08-2023 | 12 | Alleen genot | ![]() | ![]() |
26-08-2023 | 13 | Gewoon Donna | ![]() | ![]() |
29-08-2023 | 14 | Nieuwe beelden | ![]() | ![]() |
04-09-2023 | 15 | Veranderingen | ![]() | ![]() |
05-09-2023 | 16 | Gedeeld genoegen | ![]() | ![]() |
06-09-2023 | 17 | Meer van alles | ![]() | ![]() |
07-09-2023 | 18 | Meer van niets | ![]() | ![]() |
08-09-2023 | 19 | Liefde van het lijf | ![]() | ![]() |
09-09-2023 | 20 | Liefde van het hart | ![]() | ![]() |
10-09-2023 | 21 | Altijd brandend vuur | ![]() | ![]() |
11-09-2023 | 22 | Geen behoefte | ![]() | ![]() |
13-09-2023 | 23 | Fluisterend verlangen | ![]() | ![]() |
14-09-2023 | 24 | klaar voor meer | ![]() | ![]() |
15-09-2023 | 25 | Vastbesloten | ![]() | ![]() |
16-09-2023 | 26 | Kneedbaar | ![]() | ![]() |
17-09-2023 | 27 | Met harde hand | ![]() | ![]() |
19-09-2023 | 28 | Dansen voor de duivel | ![]() | ![]() |
20-09-2023 | 29 | Doorzichtig | ![]() | ![]() |
21-09-2023 | 30 | Open deuren | ![]() | ![]() |
23-09-2023 | 31 | Weten hoe het is | ![]() | ![]() |
28-09-2023 | 32 | Verkeerde liefde | ![]() | ![]() |
30-09-2023 | 33 | Zomerregen | ![]() | ![]() |
04-10-2023 | 34 | Eerlijke beelden | ![]() | ![]() |
07-10-2023 | 35 | ijdelheid | ![]() | ![]() |
08-10-2023 | 36 | Als in een film | ![]() | ![]() |
13-10-2023 | 37 | Heilige nachten | ![]() | ![]() |
15-10-2023 | 38 | De camera klikt | ![]() | ![]() |
18-10-2023 | 39 | Gevangen | ![]() | ![]() |
22-10-2023 | 40 | Presenteerblaadje | ![]() | ![]() |
26-10-2023 | 41 | Duivelskind | ![]() | ![]() |
30-10-2023 | 42 | Sprookjes voor volwassenen | ![]() | ![]() |
03-11-2023 | 43 | Tintelingen | ![]() | ![]() |
11-11-2023 | 44 | In zijn ban | ![]() | ![]() |
20-11-2023 | 45 | Spiegelbeelden | ![]() | ![]() |
26-11-2023 | 46 | Geringd de zijne | ![]() | ![]() |
08-12-2023 | 47 | Ongevulde leegte | ![]() | ![]() |
21-12-2023 | 48 | Klein, bang, zwak | ![]() | ![]() |
30-12-2023 | 49 | Zacht en scherp | ![]() | ![]() |
08-01-2024 | 50 | Schuilen | ![]() | ![]() |
14-01-2024 | 51 | Kwellend genot | ![]() | ![]() |
28-01-2024 | 52 | Waar herinneringen leven | ![]() | ![]() |
05-02-2024 | 53 | De kracht van gedachten | ![]() | ![]() |
21-02-2024 | 54 | Geketend | ![]() | ![]() |
01-03-2024 | 55 | Een bijzondere man | ![]() | ![]() |
04-03-2024 | 56 | Doden praten niet | ![]() | ![]() |
08-03-2024 | 57 | Als de avond overgaat in de nacht | ![]() | ![]() |
16-03-2024 | 58 | Over de drempel | ![]() | ![]() |
21-03-2024 | 59 | Verdwenen voetstappen | ![]() | ![]() |
27-03-2024 | 60 | Wat je waard bent | ![]() | ![]() |
29-03-2024 | 61 | De pijn van het verleden | ![]() | ![]() |
15-04-2024 | 62 | De waarheid achter zijn liefde | ![]() | ![]() |
23-04-2024 | 63 | Dwalend op de vlucht | ![]() | ![]() |
26-11-2024 | 64 | Mensen zonder gezicht | ![]() | ![]() |
28-11-2024 | 65 | Geen weg terug | ![]() | ![]() |
30-11-2024 | 66 | Hongerig | ![]() | ![]() |
05-12-2024 | 67 | Twee kanten | ![]() | ![]() |