"Je gaat zeker over mij schrijven" zegt hij.
"Wil je dat" vraag ik.
Hij haalt zijn schouders op, knikt zachtjes, ja.
Ik zucht. Diep en overdreven. Pff!
"Wat ik schrijf, bepaal ik. Soms heb ik geen behoefte om te schrijven over ontmoetingen" zeg ik verveeld terwijl ik leun tegen mijn auto, mijn armen over elkaar. Ik ben vermoeid, kan een gaap niet onderdrukken. Mijn desinteresse voor hem is te groot om te verbergen en waarom zou ik ook... "soms, wil ik ze vergeten" ga ik verder, "sommige ontmoetingen wil ik gewoon vergeten. Ze verstoppen in de donkerste krochten van mijn geheugen" zeg ik dramatisch terwijl ik met mijn armen zwaai om mijn woorden kracht bij te zetten, "ik verstop ze ergens ver ver weg, verstopt onder ijssmaakjes, piksappen, verkrachtingsfantasietjes en andere heerlijkheden, die ik wél wil herinneren. En er dan nooit, nooit meer aan denken. Het is nooit gebeurd, heeft nooit plaatsgevonden, poef... verstopt, ooit vergeten".
Hij lacht schaapachtig. Steekt een sigaret op. Draait zich om, keert mij de rug toe. Twijfelt.
Doet precies dát, wat hij is. Een twijfelaar, daarom klikt het niet. Jammer, want hij heeft een goeie kop, lekker lijf, 't is een schatje.
Hij draait zich weer om, staart naar de grond.
"Je gaat dus niet over mij schrijven" stelt hij vast.
Ik schud mijn hoofd. Neen! "Nope".
Hij kijkt op.
"Oh, nou... oké, bedankt voor de koffie dan maar" en hij steekt zijn hand op, bij wijze van afscheid.
Ik knik mijn hoofd.
Open de deur van mijn auto en stap in...
Geef als eerste een reactie.